woensdag 18 mei 2022

Denkmoment

Elke week spoel ik aan op mijn eilandje van rust. Rust voor 3 uurtjes, maar daarin moeten nog wel een aantal taken worden volbracht. Maar in die drie uur kan ik wel heel even een momentje nemen om koffie te drinken en te schrijven. Het nadenken over het invullen van die waardevolle tijd is al bijna zonde van de tijd. Drie uur gaan snel op aan boodschappen opruimen, de was doen,  hardlopen, STOP. 

Het is een mooie ochtend. Het belooft een warme dag te worden. Ik hou van warme zonnige zomerdagen. Dagen waarop je op blote voeten kunt lopen en geen stugge spijkerbroeken aan hoeft te trekken. Dagen waarop de tuin prachtig groen is en ik de kippen zichzelf zie wassen en de cavia's het gras maaien. 

De stilte ziet kans om een plek in te nemen. En met de stilte drijf ik op zee. De stilte geeft ruimte om te denken. Het leven lijkt soms een snelweg naar het einde. Ik spartel wat in de branding, het is leuk, het is prima, maar het is niet compleet. Er is zoveel meer nog om uit te zoeken, om te ervaren, om te geven. Maar daarvoor moet je de snelweg af en over de kleine paadjes door het struikgewas. Daarvoor moet je onderwater duiken en de fotische zone verlaten. 

Daar ronddwalend kom ik gevoelens tegen die in het hokje "ongewenst" of "negatief" zouden worden geplaatst. Ook al kent iedereen ze, we proberen ze altijd zo snel mogelijk weer te verstoppen. En dat doe ik dus ook. Want ik kan het gewoon niet slecht hebben. En te veel somberheid kan je naar de diepte zuigen, dat is uiterst gevaarlijk. Maar je kan toch best wat verder uit de kust zwemmen als je de drukte even zat bent? 

Ik vraag me af: welke verhalen heb ik nog te vertellen? Wat zou ik durven? Mijn angst om me aan te stellen is groot. Wie zit erop te wachten? Kan ik geen boek schrijven? Meer poezië?  Flarden van ideeën en zinnen drijven voorbij in mijn hoofd. Het is een rommelzolder, maar ik heb geen tijd om op te ruimen en uit te zoeken. Geen tijd om iets te maken waar ik van hou.

Er is een half uur voorbij gegaan aan deze woorden typen. Het resultaat lijkt nergens naar, maar ik zal het toch publiceren. Ik heb nog een rommelhok op te ruimen vandaag (en moet nog hardlopen, een picknick voor school klaarmaken, de was doen, een opdracht afmaken, naar de Hema voor bandenplak, de vloer vegen, de tuin water geven, de kinderen naar judo brengen, eten koken, de kinderen naar bed brengen, was opruimen,  stofzuigen, bloemen zaaien etc. ). Maar eerst drink ik nog een kop koffie.

maandag 23 maart 2020

Misschien valt het mee

Hé,  heb je opeens tijd ofzo?
- Nee, natuurlijk niet.
Wat doe je dan hier?
- Mijn tijd verdoen omdat ik me niet concentreren kan.
Maar je hebt je de afgelopen jaren wel vaker niet kunnen concentreren toch?
- Ja, dat klopt, maar dan was ik niet thuis aan het werk of vond ik toch iets anders om te doen.
Nu is het dus anders?
- Ja
Wat was je aan het doen?
- Ik probeerde nog wat te werken. In de avond. Omdat ik overdag nu kinderen thuis heb zitten vanwege die jeweetwel crisis.
Ah, ja. In dat schuitje zitten er meer.
- Ja, ik weet het. We zitten er allemaal mee. En we moeten er maar het beste van maken. Er worden genoeg dingen aangeboden ter inspiratie en vermaak. Maar toch voel ik me opgesloten.
- Tja. Je hebt op zich wel een eigen huis en een lekkere tuin. En je zit niet helemaal alleen.
Dat klopt, als dat zo was was ik waarschijnlijk helemaal gek geworden, of misschien ook niet. Dan had ik overdag gewoon kunnen werken en had ik geen stress over werkuren.
- Je hebt wel een buffertje toch?
Niet veel. En ja, ik kan natuurlijk altijd mijn ouders lief aankijken, maar daarmee komen de gezellige momenten en de ontspanning niet zomaar terug. Kinderen kosten gewoon bergen energie.
- Dus nu zit je een beetje somber te zijn achter je computer?
Hmmm.
- Maar ja het moet he, anders gaan er heel veel kwetsbare mensen en ouderen dood. Okée die waren anders misschien aan een gewone griep doodgegaan, maar toch willen we voorkomen dat er straks geen plekjes meer op de IC zijn.
Dat is zeker waar. Maar intussen stort de economie in, valt de culturele sector om, komen kleine bedrijven in zwaar weer, worden ouderen nog eenzamer, en eenzamen nóg eenzamer, worden sommige mensen gek in huis (waaronder ik), en omdat er geen sport en ontspanning meer is gaat iedereen zich vol vreten, aan de alcohol en dik en ongezond zitten worden zodat dat straks weer het volgende probleem is. Hoe moet ik me mijn toekomst nou voorstellen? Er was al bijna geen geld voor onderwijs, zorg en klimaat, en dat gaat er straks dus al helemaal niet zijn. Zucht.
- Misschien valt het mee.
Misschien valt het mee.

dinsdag 19 december 2017

Het Kerstdinerdilemma


Over een paar dagen is het weer zover: gezellig eten met de familie bij het kerstdiner. Eigenaardig hoe een feestgevoel en gezelligheid onlosmakelijk verbonden zijn met het nuttigen van lekkernijen. De feestvreugde wordt verhoogd door een goedgevulde maag en het strelen van de smaakpapillen. Zelfs in je eentje kan je blij worden van een lekkere maaltijd, of gewoon lekker snoepen.

Dat sommige mensen nauwelijks iets te eten hebben en dat er mensen en dieren vreselijk lijden, daar staan de meesten mensen met kerst (en in het gewone dagelijks leven) liever niet bij stil. Misschien bidden we wel voor de arme schepsels in de kerst’mis’, maar daarna prikken we onze vorken weer lustig in een sappig stuk “wild” (hoe wild was zijn of haar leven eigenlijk?) en smullen we van een kaasdessert.

Ik zou nu een kerstpreek kunnen beginnen over waarom het niet goed is om vlees en zuivel te consumeren (oké, kort samengevat dan even: gezondheid, klimaat, milieu, dierenleed) maar dat is in dit verhaal mijn punt niet.

Het gaat juist om het dilemma van elkaar in elkaars waarde laten, elkaars keuze respecteren en niemand iets opdringen. En het grote spectrum tussen zoveel mogelijk dieren uitbuiten zonder dat het je een reet kan schelen en helemaal niks dierlijks gebruiken.

De meeste mensen willen natuurlijk bijdragen aan minder dierenleed en minder milieuvervuiling en ieder neemt daartoe zijn/haar eigen stappen. Op de ladder van geen dieren meer gebruiken sta ik zelf aardig hoog (sorry, klinkt een beetje opschepperig), maar ik moet ook toegeven dat ik me nog wel eens schuldig maak aan een product met scharrelei of een broodje kaas als er geen plantaardig broodje op de menukaart van een eterij staat. Ik ben bereid veel op te geven om het klimaat wat minder te laten doen opwarmen en om dieren niet te gebruiken, maar het leven moet ook leefbaar blijven. Waar er nog moeilijk aan alternatieven te komen is (ze zijn er niet, of ze zijn niet lekker) maak ik nog wel eens uitzondering.

De meeste mensen om mij heen doen ook wel in bepaalde mate hun best om wat minder vlees te eten. Maar kaas kan natuurlijk niemand laten staan. En vis ook niet. Ik weet hoe lekker het is. Maar ik heb het gehad. Ik kan wel verder leven zonder.

Maar dan dus dat kerstdiner. Want daar moet je elkaar in elkaars waarde laten en niemand iets opdringen, aldus mijn moeder die mij gister alvast het kerstmenu verklapte en erbij zei dat ik maar iets met geitenkaas moet maken, maar dat ik het dan zelf niet hoef op te eten.... Het kerstdiner bij mijn kant van de familie is altijd een beetje spannend want iedereen is bang dat ik weer in alle eerlijkheid laat weten waarom het beter is om plantaardig te eten. Dan voelen ze zich weer aangevallen op hun lust, waarmee ze de dierenslavernij in stand houden. Het zal dus wel weer over koetjes en kalfjes gaan. En ik moet het maar slikken dat er een dode hertenmoeder op tafel ligt en er kaas van uitgemolken koeien wordt gegeten, die allemaal al vroeg hun kind moesten afstaan. Moet ik dieren niet als mensen zien? Ze hebben best wel veel gemeen met ons. En dat is ook helemaal zo gek niet gezien onze lange voorgeschiedenis. 

Kerst staat voor mij voor gezelligheid en voor vrede op aarde (althans, dat zingen ze in zo'n liedje). En wat mij betreft is er geen betere tijd om lief te zijn voor alle levende schepsels, dan met kerst!

Waarom moet er dan per se een dood hert op tafel? Terwijl ik daar eigenlijk heel verdrietig van word. Ik heb het zelfs voorgelegd aan mijn ouders: zullen we dit jaar een keertje een vegetarisch (ja, niet eens veganistisch) kerstdiner maken? Maar nee, het vlees is blijkbaar belangrijker dan mijn gevoel. 

Ik vraag me af: wie moet zich nou aanpassen? Moet ik me niet aanstellen omdat ik ook maar een "nep-veganist" ben (maar zoals Demis zegt: de meeste mensen zijn veel slechtere veganisten dan wij zijn)? Of moeten mijn ouders hun geliefde hertenbout gewoon een dag later eten en genoegen nemen met een "minder" (zo zien ze het) plantaardig diner?

Een vreedzaam, diervriendelijk, milieuvriendelijk, lekker en gezond (of minder gezond: met frieten, gefrituurde groenten en vegan chocolademousse o.b.v. zijdentofu!) kerstdiner en na afloop zingen we mee met de oude Beatles LP's en nemen we een lekker glaasje port met vegan caas. Zou dat niet gezellig zijn?

dinsdag 12 december 2017

Etalage

Slenterend door mijn gedachten zie ik etalages met ideeën van mensen met lef. Kraampjes vol spullen die eerst alleen in gedachten bestonden. Mensen die de juiste keuzes hebben gemaakt, of misschien ook niet. Ze zijn er misschien bij toeval terecht gekomen. Of ze hebben er hard voor gewerkt.

Ik stond laatst op het schoolplein net naast een groepje vrolijk babbelende moeders die elkaar al jaren leken te kennen. Pakte mijn telefoon maar want voelde me wat verloren. Beetje dat buitenbeentje, maar net niet arty genoeg om kunstenaar te zijn. Kunstenaars zijn in mijn beleving altijd hele excentrieke mensen of oude lieve vrouwtjes die op chique kunstmarktjes staan.

En wat ben ik? 

Ben ik nou die bioloog die al geen biologie ging studeren omdat ze geen scheikunde in haar afstudeerpakket had zitten?

Ben ik die topsportster die geen zin meer had in zenuwen voor een wedstrijd en niet wilde roeien omdat anderen er dan teleurgesteld over raakten als het een keer niet lukte te winnen?

Ben ik die biogeoloog die niet van chemie en microscopen hield en het superspecialisme zo weinig voldoening vond geven dat ze de wetenschap uiteindelijk maar opgaf?

Ben ik die amateurdanseres die veel te laat begon met dansen?

Ben ik die HKU-vooropleiding student die uiteindelijk besloot dat de beoordeling toch wel erg subjectief was en dat zo'n kunstopleiding vooral klauwen met geld zou gaan kosten en dat ik veel te rationeel was om kunstenaar te zijn?

Ben ik die "verkoopster" die eigenlijk een soort mix is van programmeur, webdesigner, grafisch ontwerpster, facebookbeheerder en adviseur?

Ben ik die moeder die toch eigenlijk bijna geen tijd meer heeft voor zichzelf (zoals vele moeders)? (Ik blijf het soms raar vinden dat ik moeder ben. Maar ook mooi natuurlijk!)

Ben ik die 'creabea' (bleeegh) die al haar vrije uurtjes wil vullen met het maken van mooie plaatjes om die ook nog eens te willen verkopen omdat dat voldoening oplevert en geld voor nieuwe projecten? En die weigert haar creatieve activiteiten als een hobby te zien omdat hobby als iets voor mensen met pensioen klinkt?

Ben ik die schrijfster die twee keer per jaar een stukje op een blog schrijft en een dagboek heeft waar ook slechts twee keer per jaar in geschreven wordt (met mijn verjaardag en met oud en nieuw).

Ja, dat zal ik allemaal wel zijn. En hoe noem je dat dan bij elkaar? Bruin? Grijs? Mix? Niks?

Als het aan mij lag was ik dapper en had ik geduld en had ik geluk. Dan zou het verschil tussen die ene stap die een ander in een dag zet en ik in een week, toch kleiner worden. Ik zou niet meer maanden over een nieuw werk hoeven te doen omdat ik alleen maar wat uren op maandag kan maken. (Die uren in de avond ben ik de helft van de tijd gewoon te moe).

Dwalend door mijn gedachten zie ik mijn eigen etalage. Een klein stulpje met een gezellig lichtje. Planken vol leuke cadeautjes en boeken vol verhalen. Een gezellige plek met een ontwerpster die van alles en nog wat is en maakt  Een beeld om naar toe te werken, en dat doe ik ook zo vaak ik kan. Maar het tempo ligt zo moordend traag en ik vraag me steeds af: hoe kom ik aan meer tijd?

vrijdag 1 september 2017

Doorgeschoten aap

Ergens in een immens heelal waarvan de rijkwijdte en wat daarachter ligt ons te boven gaat, zweeft een klein klompje steen genaamd Aarde. Genaamd Aarde door de doorgeschoten apensoort mens. In de tijd, al even zo onbegrijpelijk, is die apensoort maar een flits. In het hoofd van de mens duurt de tijd veel langer en is de Aarde een groot leefgebied. Er is ontzettend veel leven op Aarde, op ieder ogenblik en ook door de geschiedenis van de Aarde heen gezien.

Op dit moment neemt de diversiteit van het leven in rap tempo af. De doorgeschoten aap neemt in aantallen in rap tempo toe. Door zijn supervermogen om overal snel op aan te passen is de mens een succesvol organisme. Hij vindt zichzelf daardoor superieur aan al het andere leven.

Hoe zouden andere succesvolle organismes over zichzelf denken? Zoals mieren of bloedluizen? Of denken die niet? Die gaan alleen maar door met voorgeprogrammeerd hun werk doen. Wat een gekheid.

Of je nou gelooft in een schepping of niet, het begon allemaal erg eenvoudig. In den beginne waren er nog niet zoveel dieren (of misschien geloof je dat er wel heel veel waren, ook goed). Er ontstonden door chemische reacties wat aminozuren en uiteindelijk ontstonden er eencellige organismen. Ergens was een "drang" om te groeien, om te leven. En dat mondde uit in een wedstrijd van wie er het beste met energie kon omgaan en zichzelf het beste in leven wist te houden.

Ergens in het traject van experimenteren met overleven kwam er een strategie naar voren om andere organismes te gebruiken voor energie. Toen bestond er nog geen zielig, maar feit was wel dat geen enkel dier, en zelfs geen enkele plant, dood wilde. Voor zover ze iets te willen hadden. Maar ik geloof toch wel dat ze eerder voor "leven" (voortplanten, uitbreiden, groeien) gingen dan voor "dood".

En omdat iedereen wilde blijven leven en groeien werd het leven steeds complexer en complexer. De tactieken en strategieën werden verfijnder. Wie niet slim was ging eraan, dus alleen de best aangepasten bleven over. Het leven op aarde is een keihard spel.

Na de primaire overlevingsstrategieën kwam er ook iets geestigs de hoek kijken. En werd het mogelijk om gevoel te hebben, pijn te hebben en emoties te ervaren. Deze fenomenen zijn naar mijn weten alleen bekend bij dieren. Van wat dieren voelen weet de doorgeschoten aap nog weinig af. Omdat hij zichzelf superieur vindt gaat hij af op wat hij denkt over zijn mede-aardbewoners. Hij doet ook wel onderzoek en gaandeweg wordt er meer en meer duidelijk: er zijn heel veel dieren die pijn kunnen hebben en er zijn ook heel veel dieren die emoties kunnen ervaren.

Geen enkel dier wil dood. Geen enkel dier wil pijn. Ik blijf het altijd lastig vinden om een leeuwin in een natuurdocumentaire te zien jagen op een jonge impala. Ik wil dat de leeuwin eten heeft voor haar schattige welpjes en ik wil ook dat de jonge impala niet opgegeten wordt. Uiteindelijk zorgt de doorgeschoten aap ervoor dat er geen leeuwen en ook geen impala's meer bestaan. Probleem opgelost.

Ik ben blij dat ik geen dieren meer hoef te doden en dat ik als doorgeschoten aap keuzes kan maken die vriendelijker zijn voor mijn mede-aardbewoners. Ik heb al zoveel van ze afgepakt. Om te overleven zitten we wel veilig nu. Of misschien zijn we zelfs zover aan het doorschieten dat het alweer onveilig wordt. Ziektes en verhongering liggen op de loer. Als we slim zijn kijken we nog eens goed naar wat we aan het doen zijn en welke koers we varen. Aanpassingen gaan vaak in generaties en in heel kleine stapjes. Maar als slim organisme kunnen we wel sneller aanpassen dan onze voorlopers van miljoenen jaren geleden.

Soms betwijfel ik of de mens echt zo slim is als hij beweert te zijn. Zoveel draait om macht en geld. Een veilig nest is niet genoeg, het moet ook nog eens van goud zijn. Het "ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken" principe is evolutionair gezien natuurlijk best te verantwoorden. Maar op termijn denk ik toch echt dat we niet alleen sociaal voor onze eigen familie moeten zijn, maar ook voor al onze medemensen en voor alle mede-aardbewoners.

Tenzij het je aan je reet kan roesten of er nog andere aardbewoners overblijven.